bereidingswijze

1. Doe het gehakt in een mengschaal en meng er peper van de molen en wat zout onder. (Proef het gehakt, want soms is het al redelijk gekruid bij aankoop.)
2. Meng het ei onder het gehakt, samen met het paneermeel.
3. Rol grote bouletten van het gehakt en duw ze plat tot een hamburger. Maak de burgers niet te dun: 3 centimeter is de ideale dikte.
4. Zet de verse hamburgers een kwartiertje in de koelkast.
5. Verwarm de oven voor op 180°C. Hou de bakplaat bij de hand.
6. Was de sla en pluk er losse blaadjes van. Laat de sla goed uitlekken.
7. Snij de tomaat in zeer fijne schijfjes.
8. Haal er de bakplaat van je oven bij. Leg de sneetjes spek op een vel bakpapier of een siliconenmatje. Bak het spek in een oven van 180°C. Gebruik eventueel de grillfunctie om het spek sneller knapperig te bakken.
9. Zet een braadpan op een hoog vuur. Smelt hierin een klontje boter.
10. Bak de hamburgers aan één zijde goudbruin en zet het vuur wat lager. Na een paar minuten draai je de burgers om. Korst ook de andere zijde eerst op een hoog vuur en verlaag nadien het vuur opnieuw zodat de hamburgers voldoende doorbakken zijn. (Let er wel op dat het vlees voldoende sappig blijft.)
11. Snij de pistolets middendoor met een broodmes.
12. Maak nu je burgers. Doe een scheutje van de zelfgemaakte ketchup op de onderste helft van het broodje. Leg daarop een versgebakken burger en vervolgens een sneetje cheddarkaas, het knapperig spek, een schijfje tomaat, enkele sneetjes augurk en ten slotte een blaadje sla. Plaats het hoedje van de pistolet erbovenop.